volksgezondheid
Slaaptekort heeft invloed op school- en werkprestaties. Ook kan het leiden tot lichamelijke en psychische klachten, waaronder een verhoogde kans op obesitas, op hart- en vaatziekten en op gedragsmatige problemen op latere leeftijd.
Het is van belang dat zorgverleners, ouders en school hier aandacht voor hebben. Vooral de laatste categorie kan veel invloed uitoefenen op een gezond slaappatroon omdat kinderen een groot deel van hun dag op school doorbrengen. Via de Gezonde School-aanpak krijgen scholen handvatten om hiermee aan de slag te gaan. Ook in regio Haaglanden wordt het thema slaap onder de aandacht van scholen gebracht via de Gezonde School-adviseur. Dit artikel bevat cijfers over de slaapproblematiek, gaat in op de gevolgen van slecht slapen en geeft voorbeelden van mogelijke interventies op en rond school, volgens de pijlers van de Gezonde School-aanpak.
Inleiding
Iedereen ervaart wel eens een slechte nachtrust. Maar als dit vaak en langdurig gebeurt, kan het een probleem worden. Uit onderzoek van het Trimbos-instituut, de Hersenstichting en het RIVM blijkt dat in bijna alle leeftijdsgroepen 10% minder lang slaapt dan de aanbevolen slaapduur. 1,2 Pubers en jongvolwassenen behoren tot de groep die het meest frequent last heeft van slaapklachten.1,2
De huidige richtlijnen geven aan dat gezonde volwassenen tussen de 7 en 9 uur slaap per nacht nodig hebben. Baby’s, jonge kinderen en tieners hebben zelfs nog meer slaap nodig om hun groei en ontwikkeling mogelijk te maken: 10 tot 11 uur. Mensen ouder dan 65 zouden ook 7 tot 8 uur per nacht moeten slapen.
Uit landelijk onderzoek blijkt dat 42,7% van de Nederlandse jongeren van 12 tot 24 jaar te kort slaapt en dat 65,2% een slechte slaapkwaliteit heeft.1,2 Een op de zeventien tieners gebruikt zelfs medicatie in de vorm van melatonine voor deze slaapproblemen.3 In Den Haag geeft ruim een kwart van de leerlingen van de derde klas VMBO en een derde van de leerlingen van de vierde klas HAVO/VWO aan niet uitgerust te zijn wanneer zij naar school moeten.4 Uit de Corona Gezondheidsmonitor Jeugd van de GGD Haaglanden van september 2021, blijkt dat 22,4% van de ondervraagde jongeren in Den Haag vaak tot zeer vaak slaapproblemen heeft ervaren.5
Fysiologie van het slapen
Er zijn verschillende theorieën over de functie van slaap. Waarschijnlijk betreft het een combinatie van neurale reorganisatie - waardoor leren wordt bevorderd - en het afvoeren van afvalstoffen in de hersenen.6 Bij slaaptekort raakt de activiteit van en communicatie tussen hersenneuronen verstoord wat tot kortdurend mentaal bewustzijnverlies kan leiden.7
Het slaapwaakritme wordt mede bepaald door het melatoninegehalte in het bloed. Melatonine is een hormoon dat wordt aangemaakt in de pijnappelklier in de hersenen volgens een 24-uurs ritme.8 Wanneer het melatoninegehalte in de loop van de avond/nacht stijgt wordt men slaperig. Licht dat op het netvlies van het oog valt zorgt voor een verminderde afgifte van melatonine waardoor slaperigheid juist wordt geremd. In de puberteit treedt er een verschuiving op in het slaap-waakritme onder invloed van hormonale veranderingen.9 Tieners ervaren hierdoor vaker slaapproblemen. Ze vallen ’s avonds later in slaap en slapen ‘s ochtends langer uit. Wanneer hierbij een sterke verschuiving is in de melatoninepiek, spreekt men van het vertraagd slaapfase syndroom.9
Gevolgen van slecht slapen
Het belang van goede nachtrust is terug te zien in de gevolgen van slecht slapen.
Slaaptekort en slechte slaapkwaliteit lijken samen te hangen met een verhoogde kans op obesitas bij kinderen en adolescenten. Dit is te wijten aan hormoonveranderingen.1 Een kortere slaapduur is daarnaast gerelateerd aan een verstoorde glucosetolerantie bij adolescenten (de mate waarin het lichaam glucose (suiker) uit het bloed kan verwerken). Ook hangt slaaptekort samen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en bestaat de kans dat gedrag er door wordt beïnvloed.10 Slaaptekort versterkt risicogedrag van jongeren en bij baby’s met slaapproblemen wordt op latere leeftijd een hoger risico gezien op het ontwikkelen van gedragsmatige problemen.1 Slaaptekort is tevens gerelateerd aan cognitieve en psychische klachten zoals depressie.1
Kinderen die gepest worden kunnen psychosomatische klachten zoals slecht slapen ervaren. Echter ook pesters blijken vaker last te hebben van slaapklachten.10
Slaapduur heeft een significant positieve relatie met cognitieve prestaties.10 Een slechte slaapkwaliteit hangt samen met slechtere schoolprestaties bij basisschoolleerlingen en adolescenten.1 Dit geldt ook voor studenten van hogescholen en universiteiten met een chronisch slaaptekort.11
Slaaptekort en slechte slaapkwaliteit lijken samen te hangen met een verhoogde kans op obesitas bij kinderen en adolescenten.
Aanpak Gezonde School
Kinderen brengen een groot deel van hun dag op school door. Scholen kunnen daardoor veel invloed uitoefenen op een gezonde leefstijl. Aandacht voor een gezond slaappatroon past daarbij; zeker omdat kinderen en jongeren die niet goed slapen, uit kunnen vallen in de lessen. Via de Gezonde School-aanpak12 krijgen scholen handvatten om hiermee aan de slag te gaan. Ook in regio Haaglanden wordt het thema slaap onder de aandacht van scholen gebracht via de Gezonde School-adviseur. Hieronder volgen voorbeelden van mogelijke interventies op en rond school, volgens de pijlers van de Gezonde School-aanpak.
De Gezonde School-aanpak
Gezonde School is een programma dat onderwijsprofessionals ondersteunt om gezonde leefstijl onderdeel te maken van het schoolsysteem. Via een stappenplan wordt gewerkt aan gezondheidsthema’s die de school zelf kiest. Binnen elk thema wordt er gewerkt aan de pijlers: educatie, schoolomgeving, signaleren en beleid.12
Pijler 1. Gezondheidseducatie
Om een gezond slaappatroon te stimuleren is het belangrijk om kennis hierover bij zowel leerlingen als docenten te vergroten. Het onderwerp kan bijvoorbeeld worden besproken tijdens lessen biologie of verzorging. Voor scholen zijn er diverse lespakketten beschikbaar. Hierdoor kunnen symptomen en klachten van slaaptekort en -stoornissen tijdig worden herkend en kan er hulp worden ingezet. De Gezonde School-adviseur van de GGD heeft een overzicht van de mogelijkheden en kan ondersteunen bij de keuzes.
Zo is er bijvoorbeeld een toolkit ontwikkeld voor scholen, met hierin een selectie uit het aanbod van programma’s en achtergrondinformatie over dit onderwerp voor docenten.
Pijler 2. Fysieke en sociale omgeving
De omgeving waar kinderen overdag aan worden blootgesteld is van belang voor de slaapkwaliteit.
De luchtkwaliteit, temperatuur en geluid- en lichtblootstelling in een klaslokaal kunnen van invloed zijn op vermoeidheid overdag en leerprestaties van leerlingen.13 Voldoende blootstelling aan (dag)licht overdag is belangrijk voor de slaapkwaliteit ’s nachts vanwege de invloed op de melatonineproductie. Wanneer leerlingen (met name in de wintermaanden) weinig daglicht zien, kan dit zorgen voor slaperigheid overdag en een verstoring van het dag-nachtritme.14 Blootstelling aan voldoende daglicht draagt juist bij aan de leerprestaties van leerlingen.15
Inspanning en regelmatig bewegen overdag ondersteunen een goed slaap-waakritme.10 Door het schoolgebouw zo in te richten dat beweging wordt gestimuleerd en door het creëren van beweegmomenten tijdens een lesdag, draagt de school bij aan het gezonde slaappatroon van de leerlingen. Dit geldt voor zowel basisscholen als scholen voor het voortgezet onderwijs.
Pijler 3. Signaleren: psychische factoren
Een belangrijke risicofactor voor verminderde slaapkwantiteit van jongeren zijn de gedachten en emoties die ervaren worden voor het slapen gaan.2 Piekeren is hiermee de sterkste voorspeller van ervaren slaapkwaliteit.2 Jongeren blijken veel prestatiedruk te ervaren. School en zorgen over toetsen of huiswerk, worden hierbij vaak genoemd als bron van stress.16
Pijler 4. Beleid: School- (en werk)tijden en huiswerk
Vanwege het slaappatroon van tieners kan het verlaten van starttijden op school van grote invloed zijn op de slaapkwantiteit. Onderzoekers toonden aan dat het verlaten van de starttijden van een schooldag met 40-70 minuten zorgt voor meer uren slaap onder scholieren en minder slaperigheid overdag.10,17 Er wordt minder verzuim gezien bij jongeren die later starten met een schooldag, er is meer tevredenheid over slaap en een afname in zelf gerapporteerde somberheid en vermoeidheid gerelateerde klachten.10
Ook het verschuiven van toetstijden naar de vroege middag in plaats van in de ochtend of aan het eind van de dag, draagt bij aan de prestaties van leerlingen.18
Uit onderzoek van Stichting Team Alert blijkt dat een derde van de jongeren later gaat slapen dan gepland omdat zij nog huiswerk moesten maken.2 Het verspreiden van deadlines voor opdrachten over een langere periode kan dus bijdragen aan de slaapduur van de leerlingen.
Pijler 5. Beleid: middelengebruik
Cafeïne-inname leidt tot een kortere totale slaapduur.2 Omdat cafeïne niet alleen aanwezig is in koffie maar ook in energiedranken, thee en chocolade(melk) moeten deze producten laat op de dag vermeden worden.
Daarnaast is het gebruik van middelen zoals alcohol, soft- en harddrugs geassocieerd met slaapproblemen10, wat ook geldt voor zelf roken en passief meeroken.10 Schoolreglementen met betrekking tot deze middelen en vooral de handhaving hiervan zijn van belang.
Aandacht voor een gezond slaappatroon is nog relatief nieuw voor scholen en gemeenten. Er is echter steeds meer duidelijk over de effecten van ongezond gedrag op onder andere leerprestaties en leefstijl. Door als school samen met de GGD bovenstaande determinanten te bekijken en interventies in te zetten waar nodig, kan worden bijgedragen aan het verbeteren van de slaapkwaliteit (en daarmee de gezondheid en uiteindelijk leerprestaties) van de leerlingen.
Over de auteurs
Mw. Drs. I.L. den Heijer-Leferink, is jeugdarts i.o
Mw. M. Weltens, is functionaris Gezondheidsbevordering / Gezonde School-adviseur GGD Haaglanden, E-mail: muriel.weltens@ggdhaaglanden.nl
Referenties
- Leone S, et al. Trimbos Instituut. Slechte slaap: een probleem voor de volksgezondheid? 2018.
- Timmermans E. STA jongeren met impact. Onderzoek jongeren en slapen. 2019.
- Erasmus Medisch Centrum. Gebruik melatonine alleen op doktersadvies.https://www.erasmusmc.nl/nl-nl/sophia/patientenzorg/artikelen/gebruik-melatonine-alleen-op-doktersadvies 2019.
- GGD Haaglanden. JongerenConsult Den Haag. 2018.
- GGD Haaglanden. Corona Gezondheidsmonitor Jeugd. https://gezondheidsgids.ggdhaaglanden.nl/news/Gezondheid-en-welzijn-van-jeugd-tijdens-de-coronacrisis--bekijk-de-cGMJ-2021-resultaten/41.
- Maasen MC. Primaire functie slaap verandert op leeftijd van 2,5 jaar.https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/nieuwsartikel/primaire-functie-slaap-verandert-op-leeftijd-van-25-jaar.htm
Maassen H. Neuronen vertraagd na weinig slaap. https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/neuronen-vertraagd-na-weinig-slaap.htm
- Kinderneurologie.eu. Melatonine.https://www.kinderneurologie.eu/ziektebeelden/slaap/melatonine.php
- Hersenstichting. Puberhersenen.https://www.hersenstichting.nl/dit-doen-wij/voorlichting/werking-van-de-hersenen/puberhersenen/
- Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. Startpagina richtlijn: Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen.https://www.ncj.nl/richtlijnen/alle-richtlijnen/richtlijn/gezonde-slaap-en-slaapproblemen-bij-kinderen. 2017.
- Universiteit Leiden. Nederlandse studenten halen lagere cijfers door slaaptekort.https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2016/03/nederlandse-studenten-halen-lagere-cijfers-door-slaaptekort. 2016.
- Gezonde school.nl. Wat is gezonde school.https://www.gezondeschool.nl/aanpak/wat-is-gezonde-school.
Meijer A, et al. Onderzoeksinstituut OTB, Technische Universiteit Delft. Literatuurstudie scholen en kindercentra. Binnenmilieu, gezondheid en leerprestaties. 2007.
Ruysdael slaapkliniek. Waarom daglicht zoveel invloed heeft op uw nachtrust.https://ruysdaelslaapkliniek.nl/nieuws/daglicht-slaap-invloed/ 2021.
Baloch RM., et al. Daylight and School Performance in European Schoolchildren. Int J Environ Res Public Health. 2020 Dec 31;18(1):258.
Kleinjan M., et al. Geluk onder druk? Onderzoek naar het mentaal welbevinden van jongeren in Nederland. 2020.
Meltzer LJ, et al. Changing school start times: impact on sleep in primary and secondary school students. Sleep. 2021 Jul 9;44(7).
Vinne, V. van der, et al. Timing of examinations affects school performance differently in early and late chronotypes. J Biol Rhythms. 2015 Feb;30(1):53–60.
Sumona: Suïcidepreventie, monitoring en nazorg
Dankzij het vernieuwde suïcidepreventieprogramma Sumona (Suïcidepreventie, monitoring en nazorg) verbetert ook in Haaglanden de regionale samenwerking in de keten rond suïcidepreventie. De werkwijze is dat oplettende hulpverleners binnen en buiten de zorg personen met een verhoogd suïciderisico (bijvoorbeeld met suïcidale gedachten of na een suïcidepoging) kunnen signaleren en – met hun toestemming – aanmelden in een hiervoor ontwikkeld online-monitoringssysteem. Een aangemelde persoon komt vervolgens in contact met een casemanager en krijgt een jaar lang vaste monitoringscontacten (elke drie maanden). De casemanager biedt laagdrempelig contact, een luisterend oor en leidt toe naar passende zorg en hulp in het medisch en/of sociaal domein. Hij is tevens de schakel tussen de cliënt, behandelaar en andere hulpverleners. Door monitoring van suïcidaal gedrag en mogelijke risico’s voor de cliënt wordt zorg op maat geleverd. Daarnaast is er aandacht voor naasten en de mogelijkheid tot lotgenotencontact. Met deze integrale aanpak streeft Sumona naar een Nederland met minder suïcides en suïcidepogingen.
De Sumona-aanpak is gebaseerd op vijf kernelementen:
1. Vroegtijdig signaleren van de doelgroep;
2. Ontwikkelen van een domein-overstijgende ketenaanpak;
3. Het bieden van vaste monitoringscontacten en/of casemanagement op maat;
4. Cliënten en hun naasten toeleiden naar passende zorg en ondersteuning (indien gewenst);
5. Ondersteunen door de inzet van ervaringsdeskundigheid en lotgenotencontact.
Ontstaan
Dankzij ZonMw subsidie hebben Indigo Haaglanden, Indigo Rijnmond en GGz Breburg van september 2020 tot en met september 2021 het vernieuwde suïcidepreventieprogramma Sumona ontwikkeld.18,19
Dit programma is gebaseerd op SuNa (Suïcidepoging Nazorg) en SUPREMOCOL (Suïcidepreventie door Monitoring en Collaborative care). SuNa richt zich op personen die gezien worden bij de Spoed Eisende Hulp na een suïcidepoging.20 Dit programma is ontwikkeld door Indigo Haaglanden en GGD Haaglanden en is tevens geïmplementeerd door Indigo Rijnmond.20,21 SUPREMOCOL is ontwikkeld door GGz Breburg en richt zich op personen met suïcidale gedachten die vroeg gesignaleerd worden door hulpverleners binnen en buiten de zorg.22,23 De komende periode wordt Sumona in stappen geïmplementeerd in onder andere Haaglanden.18,19
Sumona en huisartsen
Sumona kan huisartsen handvatten bieden in het begeleiden van personen die suïcidaal gedrag vertonen (zowel acuut als niet-acuut). In acute gevallen blijven ook de huidige werkwijzen van toepassing; een mogelijke aanmelding bij Sumona moet worden gezien als extra ondersteuning. Een casemanager is immers geen behandelaar.
Huisartsen kunnen een persoon met suïcidale gedachten bij Sumona aanmelden. Daarna heeft de persoon een gesprek met de casemanager. De casemanager kijkt wat de persoon nodig heeft qua zorg en leidt hem of haar toe naar ondersteuning in het sociaal domein (bijvoorbeeld schuldhulpverlening). De casemanagers binnen Indigo Haaglanden kennen dan ook de sociale kaart in de regio en bezitten een breed netwerk van ketenpartners binnen en buiten de zorg. Dit maakt het voor hen mogelijk goede afstemming te vinden tussen behoeften van de aangemelde persoon en de mogelijkheden. Ondanks de belemmering van wachtlijsten binnen de GGZ, zal worden gekeken wat mogelijk is en wordt vinger-aan-de-pols contact geboden. Ook is er aandacht voor naaste betrokkenen; zij worden waar nodig toegeleid naar zorg of ondersteuning.
Sumona biedt een risico-inschattingsinstrument tijdens aanmelden, die naast een goede inschatting van het suïciderisico, ook de basis biedt voor monitoring van dit risico. Na aanmelden worden een jaar lang vaste monitoringscontacten geboden, is er intensief casemanagement in het eerste half jaar en casemanagement op indicatie in het tweede half jaar. De ambitie van Sumona in de regio Haaglanden is om de huidige samenwerking met huisartsen te vergroten.
Referenties
- Steendam M, Beurs D de, Steylaerts C, Donker G. Suïcidaliteit in de praktijk van de huisarts. In: Heeringen K van, Portzky G, Beurs D de, Kerkhof A, editors. Handboek Suïcidaal gedrag. 2nd ed. Amsterdam: De Tijdstroom/Boom; 249-258. 2019
- Hemert AM van, Kerkhof AJFM, Keijser J de, Verwey B, Boven C van, Hummelen JW, et al. Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag. Utrecht: De Tijdstroom; 2012.
- GGZ standaard Diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag. Akwa GGZ. Geraadpleegd 27 oktober 2021.
- Beurs DP de, Hooiveld M, Kerkhof AJFM, Korevaar JC, Donker GA. Trends in suicidal behaviour in Dutch general practice 1983–2013: a retrospective observational study. BMJ Open 2016; 6(5): e010868.
- Hermens M, Wetten H van, Sinnema H. Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij suïcidaliteit. Aanbevelingen voor zorgvuldig samenwerken in de keten. Utrecht: Trimbos Instituut; 2010.