volksgezondheid
Ongedocumenteerde oudere migranten: ‘Vechten met het leven’
Ineke van Beijnum, Alette Broekens en Richard Starmans
Het aantal ongedocumenteerde oudere migranten neemt toe. Ook in regio Haaglanden. Decennia lang leefden en werkten ze zonder een legale verblijfsstatus, terwijl nu na al die jaren, hun zorgbehoefte behoorlijk toeneemt. Hun toegang tot zorg en bijstand, als men al durft en de energie heeft om daar een beroep op te doen, is echter zeer beperkt. Het onderzoek ‘Vechten met het leven’ bracht medio 2022 het schrijnende gemarginaliseerde leven van deze mensen in beeld. Het was voor het Wereldhuis (STEK) Den Haag aanleiding om, samen met de Regenboog Groep Amsterdam en Stichting OKIA, hier een symposium aan te wijden.
Dit artikel schetst de Haagse situatie, geeft de uitkomsten van het onderzoek en meldt de conclusies van de symposiumdeelnemers. Daarna volgt aangrijpende casuïstiek van ongedocumenteerde ouderen die ten einde raad of zeer verzwakt een beroep doen op de ondersteuningsorganisaties in Den Haag.
Aan de lezer de uitnodiging om mee te denken hoe de ongedocumenteerde ouderen in de regio op het juiste moment de juiste zorg kunnen krijgen, ondanks de belemmerende wetgeving.
Inleiding
Er is een groep ouderen die tussen de twintig en dertig (met een uitschieter van vijftig) jaar ongedocumenteerd in Nederland leeft, en in veel gevallen ook gewerkt heeft. Zij zijn ooit naar Nederland gekomen voor hun veiligheid, werk of anderszins, en hebben nooit een legale verblijfsstatus kunnen verkrijgen of zijn die verloren. Ze hebben tijdens hun langdurige verblijf hier gewerkt en hun sociale netwerk opgebouwd. Ze zijn hier ‘iemand’ geworden. Velen hebben geen banden meer mét en kunnen vaak niet meer terug naar hun land van herkomst. Deze ouderen voelen zich meer verbonden met de Nederlandse samenleving dan met hun land van herkomst.
Ze hebben - net als alle ouderen - een toenemende zorgbehoefte. Helaas is de toegang tot sociale voorzieningen, verstrekkingen en bijstand voor ongedocumenteerden door de introductie van de Koppelingswet in 1998 in principe afgesloten.
Ondersteuningsorganisaties als het Wereldhuis, Vluchtelingenwerk en de straatdokters zien de hulpvragen toenemen.
Haagse situatie ongedocumenteerde ouderen
Een van de ondersteuningsorganisaties waar ongedocumenteerde migranten terecht kunnen in Den Haag is het Wereldhuis. Dit is een ontmoetingsplek voor mensen met elk een eigen verhaal en achtergrond, uiteenlopend van ervaring met mensenhandel tot arbeidsmigratie of vluchten voor oorlog of geweld. Het Wereldhuis helpt deze mensen om hun primaire rechten te kennen en waar mogelijk te benutten om onmenselijke leefomstandigheden te voorkomen. Sinds de oprichting in 2011 ziet het Wereldhuis een gestage groei van het aantal individuele bezoekers tot zo’n 1000 per jaar (ruim 50 hulpvragen per week), waarvan er velen vaker terugkomen.
Bijna iedere bezoeker van het Inloopspreekuur ondervindt problemen met haar of zijn gezondheid. De klachten en vragen betreffen uiteenlopende problemen op het vlak van vele gezondheidsdeterminanten, zoals het ontbreken van woonruimte; geen legale werk- en scholingsmogelijkheden; zich niet kunnen verzekeren of zelfs inschrijven in de gemeentelijke basisadministratie; geen eigen drinkwatervoorziening, toilet, keuken; of een andere vorm van uitsluiting. Dergelijke omstandigheden en ontberingen maken mensen kwetsbaar voor uitbuiting, vooral als slachtoffer, maar mogelijk ook als dader. Omdat mensen onder de radar willen blijven, durven ze zich niet altijd in te schrijven in een huisartsenpraktijk. Mensen gaan schulden aan om een tandarts, een apotheek of aan de balie van een ziekenhuis te betalen. Velen lopen te lang door met hun gezondheidsklachten, waardoor deze (onnodig) ernstig zijn op het moment dat zij deze wel presenteren. Veel gezondheidsproblemen zijn leefstijlgerelateerd en een aanzienlijk aantal bezoekers mist de noodzakelijke gezondheidsvaardigheden om dagelijks te overleven. Voor dergelijke zeer uitdagende levensomstandigheden zijn ook meer dan normale vaardigheden nodig om de zware stress te reduceren. Vaak ontbreekt aandacht voor de oorzaken van kwalen en is er onvoldoende kennis van het menselijk lichaam. Soms is iemand onvoldoende geletterd.
Verwacht wordt dat de problematiek – in de lijn van het onderzoeksrapport en de casuïstiek (zie kader) – verder zal toenemen met de leeftijd van deze mensen.
Een ongedocumenteerde 68-jarige migrant uit Suriname maakt zich zorgen over een slaapplaats als er geen winteropvang van kracht is.
Vangnetten voor ongedocumenteerden
De zorg is tot op zekere hoogte nog redelijk geregeld. Het is immers een van de grondrechten in Nederland dat ieder mens recht heeft op medisch noodzakelijke zorg. 1 Wat onder ‘medisch noodzakelijke zorg’ verstaan wordt is goed omschreven in het rapport van de commissie Klazinga. 4
Dit impliceert (theoretisch) dat mensen ‘zonder papieren’ terecht kunnen bij onder andere huisartsen, en andere eerstelijns zorgverleners, ziekenhuizen, GGD en apotheek. Hiervoor bestaat ook een declaratiesysteem (80% van de gebruikelijke tarieven) bij het CAK, CAK - Regeling onverzekerbare vreemdelingen (hetcak.nl) en de regeling Asielzoekers en ongedocumenteerde vreemdelingen van het KNMG. Aanvullende informatie is eveneens te vinden op de website van het landelijk informatie- en adviespunt over zorg aan illegalen (Lampion), Dokters van de Wereld of via de geaccrediteerde e-cursus van de Johannes Wier Stichting.
Andere organisaties die zich inzetten voor mensen zonder ‘papieren’ zijn met name migrantenorganisaties, moskeeën, kerken, Vluchtelingenwerk, straatconsulaat en het Straatpastoraat.
Veel voorkomende hulpvragen in de praktijk
Veel mensen lijden aan armoedegerelateerde ziekten en kwalen, zoals diabetes, hart- en vaatziekten, HIV en hebben hiervoor medicatie nodig. Verder is er een grote vraag naar tandzorg door achterstallig gebitsonderhoud en veel mensen hebben vroeg of laat een bril of gehoorapparaat nodig. Er gebeuren ongelukken en mensen raken gewond op het werk, in huis of in het verkeer. Mensen krijgen op relatief jonge leeftijd kanker of een CVA en regelmatig is er palliatieve zorg nodig. Corona zorgde voor veel onzekerheid en soms paniek. Er zijn lichamelijke (slijtage, schade door onbeschermd werk) en geestelijke gevolgen (depressie, persoonlijkheidsstoornis) van uitsluiting, misbruik en uitbuiting, afhankelijke positie (onbedoelde zwangerschappen en abortus), angst. Vaak wordt de stress nog verhoogd door de ontvangst van onbetaalbare zorgfacturen en meerdere incassobureaus.
Juridische basis van recht op gezondheid, belang van inclusie in zorgsysteem
- Gezondheid is een mensenrecht. Dit is in 1948 vastgelegd toen de Verenigde Naties als reactie op de Holocaust de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aannamen. In 1976 trad het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten in werking, inclusief het recht op gezondheidszorg en in 2002 werd dit in een resolutie door de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties verder uitgewerkt: iedereen heeft recht op de hoogst haalbare gezondheid op basis van een gezondheidszorg die beschikbaar, toegankelijk, aanvaardbaar en van goede kwaliteit is. Elk grondrecht, dus ook het recht op gezondheid, impliceert een overheidsverplichting: respecteren, beschermen en verwezenlijken.
- In Nederland lijkt dit goed geregeld, maar het recht op preventie, dat voortvloeit uit deze rechten, en het recht op toegankelijkheid van zorg worden onvoldoende nageleefd, stelt internist Fransje Snijders van de Johannes Wier Stichting. 3
- In 1998 sloot de Koppelingswet ongedocumenteerde mensen af van alle overheidsvoorzieningen in Nederland. Op basis van internationaal recht moest een uitzondering gemaakt worden voor onderwijs voor leerplichtige kinderen, gezondheidszorg en rechtsbijstand. Tijdens de parlementaire behandeling van deze wet leidde de betrokkenheid van zorgverleners, gemeenten en anderen tot de definitie ‘medisch noodzakelijke zorg’.
- Wat is medisch noodzakelijke zorg? In 2007 heeft de Commissie Medische zorg voor (dreigend) uitgeprocedeerde asielzoekers en illegale vreemdelingen (commissie Klazinga) het rapport Arts en Vreemdeling uitgebracht. Dit rapport bevat richtlijnen voor zorg- en behandelsituaties. ‘Medisch noodzakelijke zorg’ dient naar het oordeel van de commissie als ‘verantwoorde en passende medische zorg’ te worden gedefinieerd. Zij schrijven ‘Deze zorg is doeltreffend en doelmatig, wordt patiëntgericht verleend en is afgestemd op de reële behoefte van de patiënt. Als de duur van het verblijf in Nederland onduidelijk of langdurig is, is de continuïteit van adequate medische zorg leidend en dient de medische zorg gelijk te zijn aan de reguliere basiszorg voor verzekerden.’
- Belang van inclusie in het Nederlandse gezondheidszorgsysteem. Dat in Nederland de toegang tot zorg in principe geregeld is, is vrij uniek in Europa. Het gaat om het voorkómen van uitsluiting, van een status aparte dat een ongedocumenteerd bestaan toch al met zich meebrengt. Als zorgverlener is het van belang je te realiseren dat je met je zorg ook zo min mogelijk aanleiding tot uitsluiting geeft. Sociale uitsluiting heeft gevolgen voor de gezondheid van mensen, denk aan stress, depressie, ongezonde leefstijl, risicovolle werkomstandigheden, kortere levensverwachting.
- Drempels in de toegang tot zorg zijn: onbekendheid met het Nederlandse zorgsysteem, onzekerheid, geldgebrek, schaamte en angst, overlevingsmodus, moeite met communicatie en onbekendheid met het recht op zorg zowel bij zorgverleners als patiënten.
Het verschil tussen vluchtelingen en mensen zonder geldige verblijfspapieren
Voor zorgverleners is dit verschil vooral administratief van aard. Het gaat in alle gevallen over de zorg aan mensen, met of zonder geldige verblijfspapieren. Onder mensen zonder geldige verblijfspapieren bevinden zich ook vele vluchtelingen en onder vluchtelingen bevinden zich mensen zonder geldige verblijfspapieren.
Vluchtelingen melden zich na aankomst in Nederland in Ter Apel voor asiel en vallen gedurende hun asielprocedure onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid. Daarbij hoort voedsel en onderdak, veiligheid, gezondheid en onderwijs. Voor gezondheidszorg voor deze mensen is er de Regeling Medische Zorg Asielzoekers, dat is een zorgverzekering vergelijkbaar met het basispakket voor alle Nederlanders. ‘Ongedocumenteerden’ kunnen zich melden voor asiel maar kunnen worden afgewezen. Dit heeft uiteenlopende redenen: iemand komt uit een ‘veilig’ land; iemand is op zijn vlucht eerst in een ander EU-land geweest; iemand heeft een asielprocedure achter de rug en is afgewezen; iemand is te zeer getraumatiseerd om zich te kunnen voegen in een bestaan in een AZC.
Mensen komen naar Nederland voor veiligheid, werk, de liefde of om een bestaan op te bouwen; niet altijd zijn hun verblijfspapieren daarbij in orde. Dit is een overtreding. Ook is het zo dat je als persoon zonder geldige verblijfsdocumenten geen aanspraak kunt maken op de voorzieningen, die voor mensen met papieren wel gelden.
Als bijvoorbeeld het visum niet tijdig is verlengd, kan iemand ongedocumenteerd raken. Deze persoon heeft dan geen BSN, kan zich niet inschrijven in een Nederlandse gemeente, kan in Nederland geen zorgverzekering afsluiten en mag geen legaal werk doen. Deze persoon kan zelfs geen contract aangaan voor vrijwilligerswerk en kan geen belasting betalen. Zij of hij heeft geen toegang tot sociale voorzieningen en kan geen opleiding meer beginnen na haar/zijn 18de verjaardag. De strekking van het beleid is: deze persoon hoort hier niet te zijn en wordt door de overheid ook wel ‘niet-rechthebbend’ genoemd.
Om toch te overleven worden mensen onevenredig afhankelijk van anderen voor hun basisbehoeften als voedsel en onderdak. Dit brengt een zeer groot risico op misbruik of uitbuiting met zich mee. Volgens officiële schattingen zouden er in Nederland tussen de 23 duizend en 58 duizend mensen zonder geldige verblijfspapieren verblijven. 2
Wetenschappelijk onderzoek ‘Vechten voor leven’
In juni 2022 verscheen het sociaalwetenschappelijke onderzoek ‘Vechten voor het leven’ naar de leefsituatie van oudere ongedocumenteerden. Dit maakt deel uit van een tweeluik samen met de ‘Juridische Verkenning van het Recht op Voorzieningen en Verblijf van Ongedocumenteerde Ouderen in Nederland’. 5, 6
‘Vechten voor het leven’ is een kwalitatief onderzoek onder ongedocumenteerde oudere migranten in Nederland en beschrijft de dagelijkse problematiek op het gebied van huisvesting, inkomen, gezondheid en sociale inbedding van de oudere langdurig verblijvende ongedocumenteerden in Nederland. Het rapport laat op soms onthutsende wijze zien hoe de ouderen, die vaak wel bij de overheid bekend zijn, een gemarginaliseerd bestaan leiden in de Nederlandse samenleving. Ze kunnen vaak niet of nauwelijks aanspraak maken op basale medische zorg en sociale voorzieningen.
De ‘Juridische Verkenning’ schetst de veranderde beleids- en wetswijzigingen sinds de jaren ’90. Dit gaat met name over de steeds engere interpretatie van onder andere het recht op verblijf op basis van persoonlijke schrijnende omstandigheden en op grond van gezinshereniging.
De Regenbooggroep, initiator van beide onderzoeken, vindt het vanuit mensenrechten-perspectief onhoudbaar hoe het steeds strengere vreemdelingenbeleid ongedocumenteerde ouderen reduceert tot ongewenste vreemdelingen. Door het uitbrengen van de twee rapporten wil de Regenbooggroep een nationale discussie stimuleren om te komen tot duurzame oplossingen voor tenminste de ouderen die vijftien jaar of langer in Nederland verblijven.
Typologie van ongedocumenteerde ouderen
De onderzoekers hebben op basis van de interviews een indeling in drie verschillende groepen gemaakt:
- Asielzoekers: het herkomstland verlaten uit angst voor vervolging of vrees voor eigen veiligheid en pas laat (uit angst voor autoriteiten) asiel aangevraagd. Hierbij hebben ze te maken met afgewezen of ingetrokken asielvergunningen.
- Investeerders: migratie uit land van herkomst om hun gezin of familie financieel te ondersteunen door arbeid in het buitenland te verrichten.
- Avonturiers: migratie om het avontuur aan te gaan met een veelheid aan motieven (ontvluchten dienstplicht, elders studeren, gezinshereniging, huiselijke ruzies ontlopen, andere werelden/mensen leren kennen).
Uitsluiting is het belangrijkste probleem, bij alle drie de groepen. Veel is niet of moeilijk toegankelijk. Mensen zonder papieren kunnen bijvoorbeeld geen bankrekening openen. Dat laatste betekent uitsluiting van een aantal plekken en voorzieningen waarvoor elektronisch betalen een vereiste is geworden. Mensen raken door allerlei oorzaken ongedocumenteerd. Vaak kost overleven dan zoveel energie, dat een goed beroep op rechten niet meer van de grond komt. Zie ook onder het kopje ‘Het verschil tussen vluchtelingen en mensen zonder geldige verblijfspapieren’.
De onderzoekers geven in hun rapport aan dat problemen niet alleen opgelost kunnen worden door voor ouderen die langdurig in Nederland verblijven een legaal verblijf te realiseren. Het is ook nodig de onbedoelde en ongewenste uitwassen van de Koppelingswet terug te draaien en de regeling verruimde gezinshereniging te herintroduceren.
Het is nodig de uitwassen van de Koppelingswet terug te draaien en de regeling verruimde gezinshereniging te herintroduceren.
Conclusies en aanbevelingen door Haagse hulpverleners
Op 5 juli 2022 organiseerde het Haagse Wereldhuis een symposium waar de wetenschappelijk onderzoeken gepresenteerd werden. De vijftig deelnemers waren afkomstig van GGD Haaglanden, Vluchtelingenwerk, Advocaten vreemdelingenrecht, Rode Kruis, Gemeente Den Haag, Haagse gemeenschap van Kerken, Straatpastoraat, IOM, Straatconsulaat, Stichting ROS, House Martin, Stichting LOS, straatarts, Sociale Fondsen Den Haag. Deze Haagse hulpverleners hebben de conclusies gedeeld en aanbevelingen geformuleerd:
- Omdat de problematiek van ongedocumenteerde ouderen over zoveel domeinen gaat, is het lastig om meteen conclusies te trekken over hoe we er in Den Haag verder mee kunnen. Het is een goede eerste aanzet om met elkaar stil te staan bij de onderzoeksrapporten. Het vergt verdiepende discussies om focuspunten te kunnen benoemen.
- Dankzij de netwerken in Den Haag rondom ongedocumenteerden, zoals het breedstedelijk overleg voor ongedocumenteerden, de contacten tussen ondersteuningsorganisaties op casusniveau en het medisch overleg voor ongedocumenteerden, zijn er korte lijnen en zijn een aantal van de meest schrijnende situaties in beeld. De kracht van deze netwerken is het samen zoeken naar oplossingen, in het besef dat voor de uiteindelijke oplossingen landelijke afspraken nodig zijn.
- We moeten komen tot gezamenlijke systeemaanbevelingen én helder krijgen welke (mogelijk nog niet verkende) mogelijkheden de oudere ongedocumenteerde migranten zelf hebben – ook al lijkt het vaak uitzichtloos.
- Op individueel niveau zouden bij verblijfsbeslissingen de oudere ongedocumenteerden alsnog het voordeel van eventuele twijfel moeten krijgen.
- De politiek zou bemoeilijkende wetgeving moeten terugdraaien, zodat er weer beleidsruimte ontstaat voor ‘schrijnende gevallen’.
- Voor alle andere betrokkenen wordt inzet gevraagd voor legalisering en het tegengaan van marginalisering, maar ook aandacht voor fysieke en mentale problematiek. De casuïstiek laat zien hoe de inzet van ervaren (wijk- en straat-)verpleegkundigen kan bijdragen aan het in beeld krijgen van oudere ongedocumenteerden in de stad. Zo kunnen ze tijdig de medisch noodzakelijke zorg geven. Hiermee kan zowel onnodig menselijk leed als maatschappelijke en zorgkosten worden verminderd. Daarbij is het noodzaak om te erkennen dat deze mensen er zijn, dat zij onze samenleving mede hebben vorm gegeven. We moeten hen zien en naar hen luisteren, om zo op enige wijze te beginnen met recht te doen aan groot ervaren onrecht.
Bejaard, maar geen eigen bed - en andere casuïstiek
Lees meer
Dankwoord
Over de auteurs
Mw. I. van Beijnum,MSc, verpleegkundige en verpleegwetenschapper, vrijwilliger Wereldhuis Den Haag.
Mw. A.G. Broekens, MPH, adviseur Sociaal Medische Basiszorg GGD Haaglanden.
Dhr. Dr. R. Starmans, MD PhD, kaderhuisarts GGZ, ouderengeneeskunde en palliatieve zorg, Haagse straatdokter tot 2022.
E-mail: betermetbui@gmail.com
Referenties
- Derckx VL. Medische zorg aan irreguliere migranten. Een status quo. TvGR 2017. No 2.
- Heijden, PGM van der, Cruyff MJLF, Engbersen GBM, Gils GHC van. (2020) Samenvatting Schattingen onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen 2017 – 2018. Utrecht: WODC https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3010
- Snijders F. (2018) Toegang tot zorg is een mensenrecht. Voor kwetsbare groepen schiet de gezondheidszorg tekort. Medisch Contact. https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/toegang-tot-zorg-is-een-mensenrecht.htm benaderd dd 30-8-‘22
- Commissie Medische zorg voor (dreigend) uitgeprocedeerde asielzoekers en illegale vreemdelingen. (2007) Arts en Vreemdeling Utrecht: KNMG, LHV, NVvP, Orde van Medisch Specialisten, Pharos.
https://www.johannes-wier.nl/wp/wp-content/uploads/2013/12/Rapport-Arts_en_Vreemdeling.pdf - Van Berckel Smit J. Juridische verkenning van het recht op voorzieningen en verblijf voor oudere ongedocumenteerden. Amsterdam, Boom, 2022.
- Staring R, Boesveldt N, Kox M. Vechten met het leven. Een kwalitatief onderzoek onder ongedocumenteerde oudere migranten in Nederland. Amsterdam, Boom 2022.
Casuïstiek
Mw N.A., Noord-Afrika, bejaard, maar geen eigen bed
Vrouw (1952) met grijs haar onder een hoofddoekje. Kort en stevig van bouw, vriendelijk en verdrietig. Ze heeft meerdere lagen kleding aan en dikke voeten. Ze lijkt wat koortsig, trilt een beetje en loopt moeizaam. Ze heeft een plastic tasje met doktersbrieven in haar hand. Ik spreek met haar met hulp van een andere dakloze bezoekster als tolk. Mw begrijpt wel wat Nederlands, maar in deze taal een verhaal vertellen of instructies begrijpen lukt niet meer. Ze gebruikt medicijnen waaronder pijnstiller, maagbeschermer, diureticum en psychofarmacum. Na ons gesprek help ik haar de trap af en haar jas dichtknopen en gaat zij opnieuw de straat op. Ik voel me rot en machteloos.
Mw is al sinds 1997 in Nederland, heeft hier altijd in verschillende huishoudingen gewerkt. Tot ze dit nauwelijks meer kon. De huisarts heeft haar naar de GGZ gestuurd vanwege depressieve klachten, maar daar komt ze niet aan. Ze vloeit voortdurend, daarvoor is ze onder behandeling van de gynaecoloog. Ook heeft ze pijnlijke gewrichten en ernstige rugklachten. Ze vindt onderdak bij verschillende kennissen. Daar vertrekt ze steeds weer uit eigen beweging omdat ze wil voorkomen dat mensen haar wegsturen. Het is begin februari, overdag verblijft ze op straat of gaat ze naar de moskee om te bidden, dan kan ze even binnen blijven.
Mw leeft onder voortdurende stress en maakt zich grote zorgen over de toekomst, nu ze ouder wordt en zich steeds kwetsbaarder voelt. Ze heeft geen familie in Nederland en is ook al bijna een generatielang weg uit haar thuisland, waar ze in nog grotere armoede leefde. Natuurlijk kan ze op de wachtlijst voor GGZ, maar de klachten die haar depressieve gevoelens veroorzaken worden daarmee niet opgelost. Mw mist een basisvoorwaarde voor het dagelijks leven, namelijk een veilige verblijfplaats.
Interventies
- We geven mw wekelijks een boodschappenkaartje van 15 euro. Hier schiet ze natuurlijk niet echt veel mee op, maar dit kan functioneren als haar bijdrage aan een huishouden waar ze enkele nachten onderdak vindt.
- We melden haar bij Transvaalapotheek als ongedocumenteerd, zo krijgt ze haar medicijnen gratis mee en wordt er voor de betaling hiervan een beroep op regelingen en fondsen gedaan.
- Na wat rondvragen komen we in contact met een dagactiviteitencentrum voor oudere vrouwen, waar meer vrouwen die niet in Nederland geboren zijn elkaar ontmoeten. Zo heeft ze, twee dagen per week, overdag wat afleiding en breidt ze haar netwerk nog wat uit. De coördinator van deze dagactiviteit spreekt haar taal en schakelt haar in als vrijwilliger.
- We vragen bij de diaconie steun aan voor haar reiskosten per ov. Het dagactiviteitencentrum zit aan de rand van de stad, 5 km verder op.
- Ik overleg met de huisarts over haar situatie. De coördinator van het dagactiviteitencentrum vermoedt mentale achteruitgang. Kan een consult van de Specialist Ouderengeneeskunde (geriater) wat licht op de zaak werpen? Als we een realistisch beeld hebben wat ze nog wel kan en wat misschien niet meer, kunnen we eventuele hulp beter afstemmen op haar situatie. De huisarts nodigt haar uit voor een afspraak bij de poh-ggz.
- Ik meld haar aan bij het Daklozenloket, daar wordt haar zaak niet verder opgepakt omdat ze onderdak vindt in haar netwerk en dus niet echt op straat slaapt.
Dhr T. I., West-Afrika, Herseninfarct niet opgemerkt
Man, 61 jaar, Engelssprekend, ruim tien jaar in Nederland om te werken en geld naar zijn thuisland te sturen. Hij meldt zich met elleboogklachten in het Wereldhuis, zegt te zijn gevallen. Een collega-vrijwilliger ontvangt hem en stuurt hem naar een bekende huisarts in de Schilderswijk. Ze legt uit dat deze een geheimhoudingsplicht heeft omdat dhr bang is om zich ergens te registreren en de dokter niet kan betalen.
Als ik hem enkele weken later zie heeft hij een factuur van het ziekenhuis die hij niet kan betalen. De communicatie verloopt vriendelijk, maar moeizaam. Ik stuur bericht naar de financiële administratie van het ziekenhuis over zijn ongedocumenteerde status en verzoek hen gebruik te maken van de regeling Onverzekerbare Vreemdelingen van het CAK. Bij het weggaan valt het me op hoe wankel hij loopt en ik vrees dat hij opnieuw zal vallen. Ik bied hem aan om te kijken of ik fysiotherapie kan regelen.
Ik zoek contact met een kennis van dhr, uit het verhaal begrijp ik dat inmiddels is bevestigd dat dhr een herseninfarct heeft doorgemaakt, volgens de neuroloog wellicht zo’n vijf maanden daarvoor. Dit is door dhr zelf en zijn kleine netwerk niet herkend, wel heeft hij last van de gevolgen waaronder een beginnende contractuur van zijn linkerarm en -hand, evenwichtsproblemen en afasie. Dit heeft tot gevolg dat hij niet meer kan fietsen, niet meer kan werken, en zijn kamerhuur niet meer kan opbrengen.
Ik zoek contact met de huisarts en uiteindelijk kan dhr een revalidatietraject starten bij Basalt, tien maanden na het doorgemaakte CVA. Na bijna een jaar poliklinische revalidatie word ik gebeld door Basalt. Zij melden dat het traject wordt afgerond, maar dat ze zich zorgen maken over de toekomst van dhr. Ik overleg met de straatverpleegkundige over een huisbezoek. Inmiddels zijn de coronamaatregelen van kracht en dhr en zijn hospita zeggen het huisbezoek af uit vrees voor een coronabesmetting.
Ruim twee jaar later zoekt een vriend van dhr contact en meldt dat het niet goed gaat met dhr. Hij is bedlegerig geworden, kan niet meer zelfstandig naar het toilet, is zeer vermagerd. Hij is lange dagen alleen thuis omdat zijn hospita werkt, met alle gevolgen van dien.
Ik ga eindelijk op huisbezoek en ontmoet dhr weer. Voor de hospita die ook al op leeftijd is, vol toewijding voor dhr zorgt en nog 40 uur per week zelf laagbetaald werk doet, is de situatie bijna niet meer houdbaar. In overleg met dhr en zijn hospita vragen we verpleeghuiszorg aan, via de huisarts. Ondertussen wordt thuiszorg ingeschakeld en schrijft de huisarts een recept voor incontinentiemateriaal. Na drie maanden steggelen over de financiering kan dhr terecht in het verpleeghuis. Ondertussen is er een vrijwillige collega die dhr én een oudere vriend die hem begeleidt, naar het ziekenhuis en het verpleeghuis rijdt.
Dhr J.B., West-Azië, Thuisloos met MS, Colitis ulcerosa en GGZ-problematiek
Dhr (1972) woont ruim twintig jaar in Nederland, lijdt sinds bijna twintig jaar aan MS. Dhr. is thuisloos en mijdt zorg. Ik bezoek hem op straat omdat hij niet meer in staat is zelfstandig naar het Wereldhuis te komen en ook geen netwerk heeft, waaruit iemand hem zou kunnen begeleiden. Hij slaapt bij iemand in huis, die hem eigenlijk niet kan hebben en wil dat hij vertrekt. Dit doet dhr niet omdat hij dan op straat moet slapen. Dhr meldde zich met ernstige gebitsproblemen. Hij loopt zeer moeilijk, lijdt aan een angststoornis en is gefrustreerd en boos.
Ik leerde hem enkele jaren geleden kennen omdat zijn huisarts vroeg hem te helpen met een scootmobiel. Dit lijkt in eerste instantie geen haalbaar verzoek. We kunnen nog wel eens een fonds vinden voor een tweedehands scootmobiel, maar dan moet er een adres zijn en een plek zijn waar deze kan worden opgeladen. Dhr kan onmogelijk een adres geven. Hij blijft zeer boos omdat de gemeente hem niet aan onderdak helpt. Hij heeft niets verkeerd gedaan zegt hij, hij is hulpbehoevend en vreest op straat dood te gaan. Zijn land van herkomst was ten tijde van zijn vertrek niet veilig voor hem. Inmiddels heeft hij daar niemand meer die voor een hulpbehoevende onbekende zal zorgen.
Natuurlijk vertrouwt hij ons ook niet. Toch lukt het om een tandarts te vinden die hem van zijn ontstoken elementen afhelpt en een kunstgebit maakt. De abcessen in zijn kaak genezen langzaam maar zeker. We vinden fondsen die dit financieren. We vinden vrijwilligers die hem rijden. We krijgen hem opnieuw in een controletraject bij de neuroloog in het ziekenhuis. Ondertussen zijn er ernstige darmproblemen ontstaan en blijkt hij ook aan colitis ulcerosa te lijden. Wat we nog niet voor elkaar krijgen is GGZ en fysiotherapie. Wel hebben we hem aangemeld voor verpleeghuiszorg. Toen dat begin dit jaar uiteindelijk geregeld was, is hij daar binnen een uur weer vertrokken. Hij kon het niet uithouden op een vierpersoonszaal.
Na overleg over zijn situatie met de Sociale Fondsen is er maatwerk mogelijk en kunnen we toch een tweedehands scootmobiel voor dhr aanschaffen. De verzekering loopt via het adres van het Wereldhuis en dhr heeft zelf een oplaadplaats en stalling voor zijn scootmobiel geregeld.
In overleg met de advocaat die dhr al jaren kent, verzamelen we documentatie voor een aanvraag voor uitstel van vertrek op medische gronden. Mogelijk kan dit een opstap blijken voor een verdere procedure. Deze aanvraag is door de IND afgewezen, zijn advocaat maakt bezwaar.
Dhr N.C., 66 jaar, Noord-Afrika, Geknakt vertrouwen, multitalent
Ik ontmoet dhr voor het eerst bijna vijf jaar geleden. Hij glimlacht me vriendelijk toe met een nagenoeg tandeloze mond. Hij is zeer mager, maar verder gezond en actief. Hij verblijft in een ander deel van de stad, zo’n 7 km van onze locatie af. Hij komt lopend want, hoe anders? Deze man is inmiddels 40 jaar in Nederland, hiervan heeft hij zo’n 35 jaar meer dan fulltime gewerkt, met name in de horeca, bouw en als hovenier. Hij blijkt in eigen land goed opgeleid, maar zijn diploma’s werden hier niet erkend. Verder spreekt hij minstens vijf talen vloeiend. Dhr heeft nooit een dokter nodig gehad, heeft ook nooit verblijfsrecht aangevraagd, hij is in al die jaren ook nog nooit met de politie in aanraking geweest. Onzichtbaar zijn is zijn tweede natuur geworden.
Hij is uitermate bescheiden, wacht eindeloos op zijn beurt en zoekt alleen contact als de nood zeer hoog is. In eerste instantie kon ik hem helpen met contact met een huisarts voor controles en een tandarts voor een kunstgebit. Zijn dagelijks leven kost hem meer energie dan hij kan opnemen. Met een kunstgebit zal hij zijn voedsel beter kunnen kauwen. Met steun van de Voedselbank krijgt hij hopelijk wat meer voedingsstoffen binnen. Met een fiets verbruikt hij wat minder energie dan lopend. Ik zie hem enige jaren niet meer. Totdat de coronamaatregelen hem in het nauw brengen. Het lukt het hem nauwelijks meer om werk te vinden. Dit heeft tot gevolg dat hij zijn kamerhuur niet meer kan opbrengen en op straat zal belanden. Twee jaar lang loopt de stress op en zakt zijn vertrouwen in de maatschappij tot onder nul. Hij slaapt slecht en zijn gezondheid neemt zienderogen af. De diaconie is bereid om tijdelijk te steunen om hem de gelegenheid te geven naar de toekomst te kijken. Hiervoor is vertrouwen en moed nodig. Samen zoeken we juridisch advies en moedig ik hem aan om zijn netwerk uit te breiden met vrijwilligerswerk. Hij is geestelijk en lichamelijk volledig uitgeput, we staan nog aan het begin van dit traject en de uitkomst is onzeker.
Referenties
- Steendam M, Beurs D de, Steylaerts C, Donker G. Suïcidaliteit in de praktijk van de huisarts. In: Heeringen K van, Portzky G, Beurs D de, Kerkhof A, editors. Handboek Suïcidaal gedrag. 2nd ed. Amsterdam: De Tijdstroom/Boom; 249-258. 2019
- Hemert AM van, Kerkhof AJFM, Keijser J de, Verwey B, Boven C van, Hummelen JW, et al. Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag. Utrecht: De Tijdstroom; 2012.
- GGZ standaard Diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag. Akwa GGZ. Geraadpleegd 27 oktober 2021.
- Beurs DP de, Hooiveld M, Kerkhof AJFM, Korevaar JC, Donker GA. Trends in suicidal behaviour in Dutch general practice 1983–2013: a retrospective observational study. BMJ Open 2016; 6(5): e010868.
- Hermens M, Wetten H van, Sinnema H. Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij suïcidaliteit. Aanbevelingen voor zorgvuldig samenwerken in de keten. Utrecht: Trimbos Instituut; 2010.