volksgezondheid
Bestaanszekerheid
Bestaanszekerheid en onderwijs: we delen dezelfde wereld, maar niet dezelfde mogelijkheden
Anna Vreugdenhil
Aan het woord is Anna Vreugdenhil. Zij werkt nu 13 jaar in de wijk Meerzicht in Zoetermeer. Een zogenoemde achterstandswijk. Sinds 3 jaar is Anna directeur op basisschool De Regenboog. 89% van de leerlingen op haar school groeit op in een gezin met een laag of zeer laag inkomen. 66% leeft met schulden. Op De Regenboog is aandacht voor meer dan alleen goed onderwijs. Lees hoe deze basisschool een steentje bijdraagt aan het vergroten van bestaanszekerheid.
Toen ik 3 jaar geleden startte als directeur, deed ik dat vanuit de overtuiging dat wat de kinderen van De Regenboog nodig hebben uitstekend onderwijs is. Beter onderwijs nog dan in andere wijken in Zoetermeer. Op die manier zouden we hun kansen vergroten om tot hun volle potentieel te kunnen komen. Al gauw kwam ik tot de conclusie dat veel van de tijd die eigenlijk besteed zou moeten worden aan dat uitstekende onderwijs, op ging aan de ‘problemen van de wijk die elke ochtend op 2 beentjes het lokaal binnen komen’. Een leerling troosten die net de politie over de vloer had thuis. Andere leerlingen opbeuren die niet goed hadden geslapen, maar toch echt hun leesboek moesten gaan lezen. Of even een ontbijtkoek halen voor een leerling die niet had gegeten. In mijn kantoor had ik dan ook een kast die standaard was gevuld met eten en drinken voor leerlingen die niks hadden. Elke week liep ik naar de supermarkt om deze weer bij te vullen.
Dit moest anders kunnen
Het probleem van armoede en stress thuis kon ik niet oplossen en zeker niet in één keer. Maar elke dag die ik langer zou wachten, zou er weer één zijn waarop kinderen met honger en dus minder kansen in de klas zaten. Een lang proces van praten, lobbyen en overtuigen begon. Want: ‘is dit niet de verantwoordelijkheid van ouders?’ En: ‘dit is niet de taak van een school!’ Hoewel ik het met beide meningen eens ben, vond ik vooral dat we niet moesten wachten op een structurele oplossing, maar nu moesten ingrijpen. Als school kun je prima een vindplaats zijn voor die oplossing, zonder direct de regie te hoeven voeren met een team dat onderwijs hoort te geven.
Ruim een jaar geleden gebeurde er iets dat alles rondom het ontbijt in een stroomversnelling heeft gebracht. Een meisje van 12 jaar misdroeg zich al meerdere dagen ernstig in de klas. In een gesprek met mij en haar moeder vertelde haar moeder dat ze al een paar dagen niet gegeten had. Meteen daar achteraan volgde: ‘Maar mijn kinderen wel! Een beetje.’ Het gesprek met de leerling verliep daarna heel anders dan ik had gedacht. Ik begreep volledig waar haar dwarse gedrag vandaan kwam. Je zou maar puber zijn en honger hebben. Ze gingen naar huis met een tas vol eten en een afspraak met schoolmaatschappelijk werk. En ik ging naar huis met een hart vol boosheid over deze grote onrechtvaardigheid. Deze boosheid gaf het laatste zetje en op 1 december 2021 schoven eindelijk de eerste kinderen aan bij ons schoolontbijt.
De eerste keren waren er kinderen die het brood letterlijk naar binnen propten om in een kwartier zoveel mogelijk te eten. Ook waren er kinderen die stiekem fruit en groenten in hun tas stopten om er thuis nog van te kunnen eten. Elke keer gingen we weer in gesprek en beloofden we dat er iedere dag eten zou zijn dat ze ook mee mochten nemen naar huis. Zo kwam er rust. Elke dag een kwartier voor schooltijd mogen de kinderen vast binnenkomen om te eten. Zo gaat er niets aan lestijd verloren. Vrijwilligers smeren het ontbijt, houden de kinderen gezelschap en ruimen alles weer op. Op deze manier wordt er geen beroep gedaan op het onderwijzend personeel.
Veel problemen die ouders en kinderen thuis ondervinden, durven zij niet te delen met bestaande hulporganisaties. Bang voor de gevolgen hiervan. Daarom kloppen ze vaak aan bij de school, een veilige plaats. Hoe mooi zou het zijn als de school een brugfunctie kan vervullen naar de hulporganisaties. In plaats van zelf deze problemen zo goed mogelijk op te lossen en daarmee veel tijd kwijt te zijn ten koste van het geven van onderwijs.
Anna Vreugdenhil
Naast honger, onveiligheid en stress ontbreekt het onze leerlingen aan meer
Het grootste verschil tussen hen en leerlingen uit een andere wijk, is dat zij veel minder van de wereld hebben gezien, met minder kennis op school komen en daardoor veel van wat er van hen verwacht wordt niet in context kunnen plaatsen.
Naast dat uitstekende onderwijs is een hoge ouderbetrokkenheid heel belangrijk voor het vergroten van de kansen bij kinderen. We doen het samen: het team van onderwijzers, de ouders en de maatschappij om ons heen. We zijn er nog lang niet, maar ik ben er wel van overtuigd dat dit de weg is die uiteindelijk leidt naar echte kansen. Die weg mag niet vrijblijvend zijn, of afhankelijk van een schoolleider, gemeente of actief schoolteam. Dat moet een verplichting zijn, een systeem dat vanzelfsprekend wordt toegepast.
Een school in een achterstandswijk heeft een achterstandsscore. Die wordt gebaseerd op het aantal achterstandskenmerken van de wijk. Met die achterstandsscore wordt ook de norm voor de eindtoetsen berekend die scholen moeten halen. Oftewel: voor deze scholen gaat de lat naar beneden. Zo kunnen alle scholen de norm halen. Probleem opgelost.
Figuur 1 Niet ieder kind komt met dezelfde bagage naar school
Ik vind dat deze lat niet naar beneden mag. We moeten ernaar streven dat ieder kind dezelfde kans krijgt om over de lat heen te komen. Het plaatje dat speciaal voor mij gemaakt is, laat zien wat ik bedoel (figuur 1). Veel kinderen groeien gelukkig op in prima thuisomstandigheden en komen met een stapeltje ‘krukjes’ een school binnen. Ze voelen veiligheid, hebben te eten, hebben al kennis gemaakt met cultuur en de wereld om zich heen. Zij komen, uiteraard door kwalitatief goed onderwijs, over de lat heen. Voor andere kinderen met minder ‘krukjes’ is dat al moeilijker. Tegen hen zeggen we: ‘Werk maar hard, dan kan alles’.
‘Werk maar hard, dan kan alles’ is een illusie
Een illusie die we onszelf graag voorhouden om maar niet te hoeven zien wat er werkelijk het geval is. Degenen namelijk die met lege handen het schoolsysteem binnen komen, zullen zelden of nooit over die gigantische lat heen komen die wij stellen. Hoe goed het onderwijs ook is, ze zijn niet of nauwelijks in staat dat onderwijs te ontvangen. Denk hierbij aan de eerdergenoemde leerlingen met honger, maar zeker ook aan kinderen met trauma’s veroorzaakt door thuissituaties of oorlogsverleden. Of aan kinderen die door armoede maar een beperkt beeld hebben van de wereld.
De investering betaalt zich terug
Hen helpen gaat niet ten koste van het onderwijs, maar komt hier juist ten goede aan. De oplossing zit niet in één krukje, het zit in de juiste combinatie die op elke school anders kan zijn, maar die wel in een systeem te vatten is.
Voor wie die sociale bewogenheid minder heeft, is het economische perspectief minstens zo aantrekkelijk. Uit recent onderzoek 1 van de ABN AMRO Foundation en het Jeugdeducatiefonds, blijkt namelijk dat wanneer deze leerlingen daadwerkelijk de benodigde kansen krijgen, zij de maatschappij rond hun 28e door hun betrokkenheid hebben terugbetaald wat het gekost heeft. Kinderen die echt de kans hebben tot hun volle potentie te komen: het lijkt zo vanzelfsprekend.
En, dat is het ook!
Hoe bereiken we dan die echte kansengelijkheid?
Het antwoord? Echte kansengelijkheid in het onderwijs bereiken we alleen samen. Iedereen op zijn of haar eigen plaats in deze maatschappij, met zijn of haar eigen verantwoordelijkheden. Dat maakt het antwoord op ons vraagstuk kansengelijkheid simpel en tegelijk zo complex. Het vraagt namelijk van iedereen actie. Niet wegkijken, niet denken dat het allemaal wel prima geregeld is, geen opmerkingen als ‘Wat ik kan doen is slechts een pleister, waar antibiotica nodig is’. De waarheid is: samen zijn wij die antibiotica. Samen doorbreken we de cirkel van generatielange kansenongelijkheid.
Als we geboren worden op deze aarde, delen we dezelfde wereld. We zijn mensen vol potentie en de wil iets van het leven te maken. Te kunnen maken. En dat is eerlijk.
Over de auteur
A. Vreugdenhil, directeur basisschool De Regenboog, Zoetermeer
Referenties
- SEO. Gevolgen van kansenongelijkheid in Nederland [Online]. 2022 (Bezocht op 25 apr 2023); Hier online beschikbaar.
Kop
tekst